Thomas 13.11.2024
Ik geef graag lezingen om de schoonheid van het schaakspel te tonen, interessante partijen te analyseren of gewoon iets bij te leren. Jammer genoeg kan ik mij op vrijdagavond moeilijk vrij maken om zo een thema-avond te organiseren. Ik had Steven echter beloofd om in plaats daarvan een thema-artikel op de site te plaatsen.
Het schaakspel heeft verschillende termen die overgenomen zijn uit de Duitse taal en gemeengoed geworden zijn: Zeitnot is misschien wel de bekendste – in het Nederlands spreken we dan met een kleine taalfout over ‘tijdnood’. Ik heb ooit nog een minpunt gekregen in de les Nederlands hiervoor. 😊
De term waar ik het vandaag wil over hebben is schwindeln (Engels: to swindle). In 2020 verschenen hierover op korte tijd twee boeken:
Het tweede boek heb ik nog niet gelezen. Het bevat voornamelijk voorbeelden van hoe je ‘geluk’ zelf kunt afdwingen. Het eerste boek echter heb ik verslonden. Enerzijds is het een veel mooiere uitgave, maar anderzijds probeert Smerdon de psychologie achter de schwindel te achterhalen en aan de hand daarvan te kijken welke wapens je kan inzetten om een verloren positie te redden.
Want daar draait het bij schwindelen om: punten redden in een verloren positie.
Soltis’ boek geeft op de achterflap volgende definitie van een schwindel: “een list waarbij een speler in een verliezende positie valletjes gebruikt om de overmoed van de tegenstander uit te buiten, en daardoor een punt of een halfje behaalt in plaats van de verwachte nul”.
Smerdon gaat iets uitgebreider in op de kwestie en definieert een aantal elementen die aanwezig moeten zijn om van een schwindel te spreken:
De Amerikaan Marshall – bekend van de Marshall Attack in het Spaans – is een van de beruchtste schwindelaars. Hij noemde zijn eerste partijcollectie zelfs “Marshall’s Chess Swindles” (1914).
Volgens Smerdon is schwindelen een item dat nauwelijks aan bod komt in de opleiding van een schaker. Nochtans komen we vaker in een verloren positie terecht dan dat we iemand met paard en loper mat moeten zetten, of dat we het eindspel toren+loper versus toren moeten remise houden.
Volgens hem zijn er twee redenen waarom de meeste spelers het schwindelen niet bestuderen:
Het is tijd om een voorbeeld te tonen.
Furman – Smejkal Tallinn 1971 – Stelling na 90…a3
In deze stelling gaf Wit enkele zetten na 91.Pe4+ Kf3 92.Pxc5 a2 op.
Mikhail Tal die de partij gevolgd had vroeg aan Smejkal wat hij zou gespeeld hebben na 91.Pb3. “Waarom, 91…a2 natuurlijk!” antwoordde deze. Waarna Tal zei dat het dan remise zou geworden zijn:
91.Pb3 a2?? 92.Pc1!!
Promotie tot dame of toren is pat. Promotie tot loper heeft geen zin doordat Zwart met de verkeerde randpion blijft zitten. Smejkal dacht echter slimmer te zijn en stelde 92…a1P voor.
Tal antwoordde onmiddellijk met 93.Pb3!! en liet iedereen stomverbaasd achter.
Deze schwindel heeft dus jammer genoeg de databanken niet gehaald.
Om in schwindel modus te komen wanneer je positie er bedenkelijk uitziet, of wanneer je denkt dat je zeker gaat verliezen, stelt Smerdon voor om jezelf de volgende drie vragen te stellen:
In het volgende voorbeeld staat Wit twee pionnen achter.
Muzychuk – Ovod Novi Sad tt W 2016
Het antwoord op de vragen luidt hier:
Wit speelde 27.Te5!! Pxc2 (27…Dd4 28.Dg3) 28.Tg5!!
De computer vindt het maar niks. Maar de schwindel rekent erop dat de tegenstander sterk genoeg is om de uitnodigende mogelijkheid tot afwikkeling te zien, maar ook niet zo sterk om de weerlegging ervan te spotten.
28…Dd3?? (28…Pd4 of 28…Dd4 winnen) 29.De5!! (met matdreiging) 29…Dxf1+
Zwart rekende hier duidelijk op het automatische 30.Kxf1 Td1+ 31.Ke2 Te1+. In plaats daarvan kwam echter het verrassende 30.Kh2!! Dd1 31.Txh5+ met eeuwig schaak.
Volgens Smerdon zijn er vier psychologische neigingen die kunnen aangevallen worden door een would-be schwindelaar:
Wil je een schwindelaar worden dan worden deze jouw nieuwe beste vrienden. 😊
Elk van deze zwaktes kan door een ander middel uitgebuit worden:
In een gewonnen stelling kan je soms zitten denken: “Waarom geeft hij niet op?” “Hij verspilt mijn tijd.” Het kan ervoor zorgen dat je sneller je zetten gaat uitvoeren.
Maar het maakt je ook kwetsbaar voor schwindels. Het ongeduld van de speler die gewonnen staat kan door een schwindelaar uitgebuit worden door hem een aanlokkelijke shortcut naar de overwinning aan te bieden, een Trojan horse.
Pilnick – Reshevsky New York 1942
Er van uitgaand dat Reshevsky wellicht graag afwikkelde naar een pionneneindspel aangezien die eenvoudiger zijn, speelde Pilnick 92.Df5. Reshevsky antwoordde 92…g4?? Met het idee om het pionneneindspel na 93.Dxg4 De1+ 94.Kg2 Dg3+ te winnen.
93.Df2!! kwam dan ook als een koude douche! Na 93…Dxf2 is het pat.
Smerdon stelde in zijn onderzoek een bepaald thema vast dat vaak terugkeerde: de “decoy trap”. De schwindelaar zet een valletje. De tegenstander – die gewonnen staat – doorziet dit en trapt er niet in, om dan tot de constatatie te komen dat hij in een dieper verborgen, dodelijker val getrapt is.
Deze afleiding is vooral doeltreffend wanneer de tegenstander er rotsvast van overtuigd is dat zijn stelling gewonnen is: “hubris”, vergezeld van een zekere zorgeloosheid.
Gosling – Rudd UK 1996
1…Pf4!! Met deze zet lijkt Zwart een eenvoudige dreiging (2…Pe2+) in de stelling te steken. Wit ziet dat, maar merkt ook op dat veld e7 ongedekt gelaten wordt. Hij antwoordde met 2.Ld8?? met de intentie 2…Pe2+ 3.Txe2 Dxe2 4.De7+ Kg8 5.De8#
Na Wits blunder kan Zwart de echte, verborgen dreiging achter zijn decoy trap op het bord brengen: 2…Df1+!! 0-1 Wit gaat mat.
De juiste zet voor Wit was trouwens 2.Dd6+ Ke8 3.Te3 Pe2+ 4.Txe2 Dxe2 5.Dd7+ Kf8 6.Lb8!
Wie wel eens naar een vikingserie kijkt, zal ze al wel gezien hebben: berserkers. Onbevreesde krijgers die in een roes ten aanval trekken, vaak zonder enige bescherming en ogenschijnlijk onkwetsbaar. Angstaanjagend!
Wanneer we verloren staan kan het de moeite lonen om voluit de kaart van de aanval te trekken. Een klassiek voorbeeld uit de negentiende eeuw:
Shumov – Jaenisch Sint-Petersburg 1851
1.e4 c5 2.d4 cxd4 3.Pf3 e5 4.Pxe5?? Da5+
Pijnlijk. Wit verliest een stuk, maar besluit om er het beste van te maken. 5.b4! Lxb4+ 6.Ld2 Lxd2+ 7.Pxd2 Dxe5 8.Ld3 Pf6 9.0-0 0-0 (9…d5!) 10.f4! Dc5 (10…Dh5) 11.e5! Pd5 (11…Pe8)
Zwart heeft zijn voordeel verspeeld. Volgens de engines is 12.Dh5 voldoende voor minstens remise. In de romantische negentiende eeuw heerste echter nog het optimisme van de aanvaller – een nuttige karaktertrek voor een schwindelaar – dus Wit ging voor 12.Lxh7!? Kxh7 13.Dh5+ Kg8 14.Pe4 Dxc2 15.Tae1
Hoewel Zwart twee stukken voor staat, heeft Wit een grote overmacht op de koningsvleugel. Momenteel dreigt Wit 16.Tf3, dus Zwarts volgende zet lijkt verplicht: 15…Pe3? 16.Txe3 dxe3 17.Df5!!
Wit blijft Zwart voor concrete problemen stellen. De winstweg bestaat er hier in om de dame te geven 17…e2 18.Pf6+ gxf6 19.Dxc2 exf1D+ 20.Kxf1 Te8 21.exf6 d5 en de damevleugel te activeren. Zwart blunderde echter: 17…De2?? 18.Pf6+ gxf6 19.exf6 en Wit won enkele zetten later.
Op zet 15 kon Zwart winnen met 15…Dc6! 16.Pd6 d3 17.Tf3 d2 18.Tef1 Dc5+ 19.Kh1 Dc1 20.Dg5!
Ook hier moet Zwart nog steeds op zijn hoede zijn. 20…Pe7! is de winnende zet (veld f5 moet gedekt worden). Het logische 20…d1D is slechts remise na 21.Dxg7+!! Kxg7 22.Tg3+ Kh6 23.Pf5+
Wanneer onze tegenstander een solide plus heeft en het nog louter een kwestie van techniek zou zijn, loont het de moeite om chaos te creëren. In plaats van roemloos ten onder te gaan trekken we de tegenstander mee op een smalle richel waar elke misstap fataal kan zijn.
Dit lijkt mij zeker effectief in het geval we tegen een zwakkere tegenstander spelen, die zijn kans op succes het liefst verzilvert op een gecontroleerde manier.
Armstrong – Rendle Liverpool 2007
Objectief bekeken is 25…Pxd7 de enige zet. De Zwartspeler – 300 punten hoger geklasseerd – was echter niet overtuigd of hij de stelling zou kunnen houden. Daarom koos hij ervoor om de stelling te verscherpen en om zijn lager geklasseerde tegenstander zenuwachtig te maken door hem aan te vallen: 25…Lxe4! 26.fxe4 Pg4 27.h3 Pe3 Een mooie vork.
Zonder het logische 28.De2 had Wit misschien gezocht naar een winnend alternatief: 28.Pxf8!! Pxc2 29.Td8 h6 30.Pg6+ Kh7 31.Lf7 Dit is echter niet zo eenvoudig. De Witspeler wil meer controle houden en springt op de mogelijkheid om dames te ruilen: 28.De2 f3!! De Witte koningsstelling wordt opeens volledig open gebroken.
29.Tf1! is hier de winnende zet. Wit maakt zich echter geen zorgen aangezien zijn loper het promotieveld bewaakt. 29.Dxe3?? f2+ 30.Kh2 Dxd1 31.Pxf8
Het lijkt erop dat Wit minstens een stuk voor blijft. Zwart had echter verder gezien: 31…Dg1+!! 32.Kg3 f1P+ 0-1
De mooiste schwindel die ik zelf uit mijn mouw geschud heb en die ik mij het best herinner is de volgende:
Maugenest – Maes Ieper 2019 – Stelling na 33.Taa6
Nadat ik in het middenspel de winst liet liggen, verraste mijn tegenstander mij met zijn laatste zet 33.Ta7-a6. De e-pion gaat verloren, waarna ik in een onhoudbaar eindspel terecht kom.
Het moment om in schwindel modus over te gaan is aangebroken, en ik voelde dat ook instinctief aan. Ik besloot alles op alles te zetten om tegenspel te creëren.
33…e5+! 34.Kxe5 d4 Zwart dreigt opeens mat via 35…Td5 36.Kf4 g5#! Om Smerdons categorisatie te gebruiken: we hebben de tegenstander tot window-ledging kunnen dwingen!
Hier speelde Wit de zet die ik verwacht had: 35.Lc4 Een eerste stap in de verkeerde richting. Met deze zet verdedigt Wit zich tegen de plots opgedoemde matdreiging. Een betere optie was 35.Te6+! Kd8 36.Tad6. 35…Tc8! Ik hernieuw de matdreiging (nu via 36…Tc5+) en val bovendien de loper aan. Bovendien nodig ik Wit uit tot een afwikkeling die er op het eerste gezicht zeer aanlokkelijk uit ziet. Een Trojan Horse.
Opnieuw speelde Wit de zet die ik verwacht had: 36.Te6+ Het schaak dat op de vorige zet de winst zou opgeleverd hebben, speelt nu echter in mijn hand: Wit loopt met open ogen in mijn val. 36.Tc6 was de eenvoudigste winstweg.
36…Kd8 37.Tec6 Wellicht vond Wit het aanlokkelijk om 38.Le6 in de stelling te steken. 37…d3!
Mijn vrijpion begint zowaar een kracht te zijn waar rekening mee moet gehouden worden. Ik had hier het einde van de partij reeds gezien, in tegenstelling tot mijn tegenstander.
Nietsvermoedend ging hij verder op de ingeslagen weg: 38.Txc8+ Kxc8 39.Le6? Hij heeft het Trojaanse paard binnengehaald. 😊 De beste winstkansen waren te bereiken via 39.Lb3 d2 40.Td6 Te7+ 41.Kf5 Te2 42.h4.
39…d2! De kleine pion rukt onverstoord verder op.
Wat kan Wit doen om de vrijpion te stoppen? Na 40.Lxd7+ Pxd7+ staat Wit schaak en promoveert Zwart. Volgens de computer is de enige mogelijkheid om de partij verder te laten duren 40.Lb3 d1D 41.Lxd1 Txd1 42.Ke6 met een moeilijk in te schatten eindspel dat eerlijk gezegd alle kanten op kan.
De meest logische zet is natuurlijk 40.Td6 om gebruik te maken van de penning. Pas na mijn antwoord 40…Kc7 zag Wit de pointe van mijn verdediging.
De volgende zetten zijn verplicht: 41.Lxd7 Pxd7+ 42. Ke6 Pf8+ 43.Ke7 De toren moet immers verdedigd blijven, maar de d-lijn mag niet geblokkeerd worden door de koning. De Witte koning moet dus op de e-lijn blijven. 43.Ke5 Pd7+ is zetherhaling.
In deze stelling kon ik de pointe van mijn verdediging tonen: 43…Pg6+ Het paard kan niet geslagen worden wegens 44.Txg6 d1D en na 44.Ke6 volgt 44…Pf8+ met zetherhaling. Een ware Houdinitruuk die de ontgoocheling voor het gemiste punt enigszins kon verzachten.
Jammer genoeg heeft ook deze schwindel de databanken niet gehaald. 😥
Thomas 07.10.2024 2
ARTE, de Frans-Duitse filmproductie en televisiezender, heeft een zesdelige dramaserie gemaakt over de epische (terug)wedstrijd uit 1997 tussen Garry Kasparov en de supercomputer Deep Blue.
Lees meer15 november @ 20:00
Aan de hand van enkele partijen vertelt Tim over zijn toernooien van 2024. Leuke anekdotes, ervaringen op en naast het…
Lees meerThomas 28.10.2024 2
Toevallig kwam ik op internet een schaakgerelateerd jeugdboek tegen dat ik de moeite waard vond.
Lees meer
Stief
15.11.2024 - 09:39Leuk thema- artikel! Iedereen moet zich met een zekere regelmaat toch uit belabberde stellingen zien te redden…
Wat betekent of waarvan komt de naam ‘window-ledging’ precies?
Thomas
15.11.2024 - 10:07Smerdon schrijft het volgende hierover:
In many a classic action film with swordfighting, the weaker swordsman, facing imminent death, climbs out onto
a precarious window ledge. The implication for the dominant swordsman
is clear: follow into a terrain where risk, uncertainty and deadly perils are
rife for both, or give up the pursuit – and with it the advantage.
Bart
14.11.2024 - 17:38interessant en leuk artikel Thomas, mooie graphics ook nog eens. Enkel ik mis enkel de schaakdiagrammen op se stelling te volgen. Mogelijk komen die er op mobieltje niet door?
Thomas
14.11.2024 - 17:42Op mijn smartphone komen de diagrammen erop. Misschien heb jij een superdeluxe iPhone? 😂😂
Twee van de afbeeldingen heb ik laten maken door AI. De rest is gewoon wat Googelen.
Indien voldoende interesse schrijf ik nog wel eens iets over een ander topic.